In het kader van ons 150-jarig jubileum richten we de schijnwerpers op bijzondere verhalen van onze medewerkers. Deze keer spreken we met Noor Teterissa en haar dochter Elvira Wulang, beiden werkzaam (geweest) bij Het Oogziekenhuis Rotterdam.
Noor (72) begon haar carrière in 1986 als verpleegkundige op de operatiekamer (OK) van Het Oogziekenhuis. Ze vertelt enthousiast over haar eerste jaren: "Ik schreef een open sollicitatiebrief en werd uitgenodigd voor een gesprek. Aanvankelijk solliciteerde ik voor een functie op een verpleegafdeling, maar ik werd gevraagd of de OK me ook iets leek. Dat avontuur begon op de vierde etage, in de oude OK, waar we nog witte jurken droegen in plaats van OK-pakken."
Ze herinnert zich hoe ze ingewerkt werd op het voorsegment (staaroperaties, scheelzienoperaties, enzovoorts), gericht op de omloopwerkzaamheden en later op het achtersegment (glasvochtoperaties, netvliesloslating). Hier leerde ze het instrumenteren, assisteren en omloopwerkzaamheden. "Het was een ontzettend leerzame tijd," zegt Noor. "De verhuizing naar de nieuwe OK op de tweede etage begin jaren '90 was een mijlpaal. Alles was nieuw, met moderne voorzieningen zoals automatische deuren en uitbesteed sterilisatieproces.” Na een tijdje werd Noor gevraagd om hoofd van de OK te worden. "Het was belangrijk om het vertrouwen van het OK-personeel en de artsen te hebben. Ik kreeg ook de kans om mezelf verder te ontwikkelen, zoals de lerarenopleiding Verpleegkunde in Leiden, waar ik veel aan heb gehad."
De dochter van Noor, Elvira (43), werkt nu zo’n 5 jaar bij Het Oogziekenhuis. “Ik zag een vacature voorbijkomen voor een functie in Het Oogziekenhuis. Op dat moment werkte een oud collega van mij al in het ziekenhuis dus ik stuurde haar een berichtje om te vragen of dat iets voor mij zou zijn. Toevallig was er ook plek in haar team en zij reageerde meteen enthousiast. Ik kwam op gesprek en binnen een paar weken werd ik aangenomen en begon mijn nieuwe avontuur bij Het Oogziekenhuis.”
“Het was extra bijzonder omdat mijn moeder hier al zo lang had gewerkt," vervolgt Elvira. "Ik begon als spreekuurassistente bij OCPL Neur en Flex. Even later kon ik volledig over naar OCPL Neur. Het was leuk om verschillende afdelingen te leren kennen. Nu, als Medisch Administratief Medewerker en Planner, geniet ik van de afwisseling tussen backoffice werk en patiëntencontact aan de balie. Het is een fijn team en we hebben ook hele leuke artsen." "En dat gold ook voor de OK," vervolgt Noor. "Het contact en de werkverhouding waren belangrijk. Ik moest op collega's kunnen bouwen, en de artsen moesten op mij kunnen vertrouwen.”
"De grootste verandering op de OK? Vroeger werden de staaroperaties op de conventionele manier gedaan", begint Noor. "Dat duurde toch wel een uur, als het niet langer was. Totdat de phaco-emulsificatie kwam, dat is een soort stofzuiger. Via een klein gaatje werd de lens uit het oog gezogen. Dat was de grootste verandering: het ging veel sneller. Ook was de automatische bevoorrading een grote verandering. Vroeger checkte ik met een lijstje: ‘hoeveel lenzen heb ik nodig?' Dan moesten we echt alle kasten nakijken. Op een gegeven moment ging dat automatisch, de medewerker van het magazijn scande de voorraad, zodat hij bijvoorbeeld wist hoeveel lenzen en andere materialen besteld moesten worden. Dat was echt een verademing."
Noor herinnert zich nog goed dat ze het operatieboek na haar werk mee naar huis nam. "Een soort sinterklaasboek," legt ze uit terwijl ze zich tot Elvira wendt. "Kan je je dat nog herinneren? Dat ik zo'n groot boek mee naar huis nam? Daar werd op elke OK handmatig bijgehouden hoeveel patiënten er werden geopereerd en wat voor ingreep het was. Aan het eind van de maand nam ik dat boek mee naar huis en dan telde ik al die operaties in verschillende categorieën. Later kwamen er computers op elke OK, waardoor alles automatisch werd geregistreerd. Ook een grote verandering."
Elvira: "Mijn moeder had vaak dienst en ik was nog klein. Als mijn vader weg was, nam ze mij mee. Dan kwam ik mee naar Het Oogziekenhuis. Het maakte niet uit welk tijdstip. Ik werd in de toenmalige personeelskamer gedropt en vermaakte me met tekenen, terwijl mijn moeder aan het werk ging. Soms kwam er een arts langs om te vertellen hoe ver ze waren, of ik lag te slapen. Dat kan ik me nog herinneren." Haar moeder voegt toe: "Ze is ook een keer bij dokter Peperkamp geweest. Elvira was toen zes en werd in een OK-pak gehesen om mee te kijken bij een operatie."
Elvira: “Ik weet nog wel dat ik nooit met een potlood van mijn moeder mocht rennen.” “Dat komt door een patiënt die me is bijgebleven”, gaat Noor verder. “Een meisje van een jaar of 3 moest geopereerd worden omdat de punt van een potlood in haar oog was gekomen. Sinds toen was ik extra voorzichtig als ik Elvira met scherpe voorwerpen zag lopen.”
Het Oogziekenhuis viert dit jaar zijn 150-jarig bestaan, een mijlpaal die niet onopgemerkt voorbijgaat. Elvira: "Dat vind ik knap, 150 jaar. En toevallig dat ik in het jubileumjaar ook hier werk en het mee mag maken. Zo is er een groot personeelsfeest op 5 juli, daar ben ik zeker bij!"