150-jarig jubileum: Rietje Vaneveld aan het woord
In de winter van 1978, net achttien geworden, kwam Rietje Vaneveld als bleu meisje voor het eerst Het Oogziekenhuis Rotterdam binnen nadat ze in een ouderwetse kaartenbak zocht naar een nieuwe baan. Het begin van een lange tijd in Het Oogziekenhuis als polikliniek assistente en even later als medewerker oogartsenadministratie volgde. Rietje neemt ons mee in haar ervaringen binnen Het Oogziekenhuis.
Op zoek naar iets nieuws, stapte ze het arbeidsbureau op de Schiedamse Vest binnen, een tijd waarin alles nog handmatig ging. Ouderwetse kaartenbakken, per branche gesorteerd, waren de norm. Rietje vertelt: “Ik was wat dat betreft heel bleu, ik had nog nooit in de zorg of ziekenhuis gewerkt.” Over haar sollicitatiegesprek vertelt Rietje lachend: “Ik had geen opleiding gedaan. Het enige wat belangrijk was, was dat je representatief was, havo had gedaan en je mocht geen broeken dragen in die tijd. En ik werd denk ik door mijn spontaniteit aangenomen. Omdat ik gelijk naar binnenliep en vroeg of ze mensen zochten.”
Oogheelkundige bijscholing
Zo begon haar avontuur als polikliniek assistente tussen de paramedici aan de balie, een jonge meid temidden van ervaren vakmensen. Haar nieuwe werkplek was tegenover het huidige gebouw in een voormalige drukkerij met hoge plafonds aan de Schiedamse Vest. “Het was een tijd van drukte waarin we op hoge hakken en met brandende voeten elke dag honderden patiënten bedienden. We werden ingewerkt door artsen zoals Willem Van Den Bosch en Tjeerd de Faber, zij gaven ons oogheelkundige lessen. Dat was zo gezellig, en zij vonden het ook leuk om alles uit te leggen. We kregen elke week les en deden thuis ons huiswerk om uiteindelijk examen te kunnen doen. Na het behalen van het examen kreeg ik een speld, daarna heb ik me elk jaar bijgeschoold. We hadden heel veel lol en leerden tegelijkertijd veel over het oog.”
Allereerste werkdag
“Ik zal mijn allereerste werkdag niet snel vergeten. Het was een hele koude winter en er kwam een meisje binnen dat was gevallen tijdens het schaatsen. Er kwam iemand per ongeluk met de punt van een schaats tegen haar aan, recht in haar oog. Het was een indrukwekkende start in Het Oogziekenhuis en eerlijk gezegd kon ik niet goed tegen dat soort situaties; ik ben een paar keer flauwgevallen. Oogarts Jan Pameijer heeft mij zo vaak van de grond geraapt.”
Terug op het oude nest
In 1988 kreeg Rietje een gezin en is ze gestopt met werken om voor haar kinderen te zorgen. Twaalf jaar later, in 2000, kwam ze terug naar Het Oogziekenhuis en ging ze aan de slag bij de oogartsen administratie. Dat het er vroeger anders aan toe ging in Het Oogziekenhuis is iets dat zeker is volgens Rietje. “We hadden een zusterhuis, met hele kleine kamertjes. Dat was heel streng. De zusters moesten om half 10 binnen zijn. Ook hadden we een eigen laboratorium en een linnenkamer, er werd gewassen en gestreken. Het ziekenhuis is gebouwd tijdens de tweede wereldoorlog, dus er stonden aggregaten in de kelder van wel twee verdiepingen hoog. In het geval als er een bom zou vallen op het gebouw, konden we zelf ons water zuiveren en hadden we elektriciteit om de patiënten te kunnen blijven helpen.”
Trots en toewijding
Met een glimlach op haar gezicht reflecteert Rietje op wat 150 jaar Oogziekenhuis voor haar betekent: "Geweldig! Daar hebben we toch met z'n allen heel hard aan gewerkt dat we zover zijn gekomen. Er is zoveel kennis in Het Oogziekenhuis, dat heeft ons altijd zo sterk gemaakt. Ook zijn we altijd meegegaan met de nieuwste technieken, die veranderen met de dag. Sneller, beter, anders." Met trots blikt Rietje terug op haar carrière in Het Oogziekenhuis Rotterdam, waar ze niet alleen veel heeft geleerd maar ook persoonlijk is gegroeid. Samen met haar collega’s viert ze in 2024 het 150-jarig bestaan van Het Oogziekenhuis, een mijlpaal waar Rietje al 33 jaar met veel enthousiasme deel van uitmaakt.