Tips voor de begeleiders van een slechtziend (of blind) persoon
In Het Oogziekenhuis Rotterdam komen dag in dag uit patiënten. Voor de patiënten is er veel informatie beschikbaar. Wat ze moeten meenemen, hoe een bezoek verloopt, welke behandelmogelijkheden er zijn en welke arts ze voor zich kunnen krijgen. Als ziekenhuis adviseren wij ook om altijd een begeleider mee te nemen naar de afspraak. Waarom? Twee mensen horen en onthouden immers meer dan één. Ook is de kans groot dat u oogdruppels krijgt, waardoor u enkele uren wazig ziet en niet zelf naar huis mag rijden. Maar wat moet een begeleider eigenlijk doen? En wat juist niet? In dit artikel leest u een aantal tips voor begeleiders van een slechtziend (of blind) persoon.
Begroeten
Het begint allemaal al bij het gedag zeggen. U kunt voor iemand zijn neus staan zonder dat die persoon door heeft wie u bent. Zeg daarom altijd duidelijk wie u bent als u iemand begroet. Daarbij is het belangrijk dat u die persoon nooit zomaar aanraakt. Als slechtziende zie u lang niet altijd een hand aankomen. Dit kan voor een schrikmoment zorgen.
Hulp nodig?
Slechtziende mensen kunnen vaak heel veel zelf. Ze hebben vaak geleerd hoe het is om normale zaken op een nieuwe manier te doen. Wilt u een slechtziende persoon graag helpen? Vraag dan waar uw hulp nodig is. Dit voorkomt frustratie.
De koffie staat hier!
Woorden zoals ‘’hier’’ en ‘’daar’’ kunnen beter vermeden worden. Dit geeft de slechtziende persoon het gevoel dat hij iets mist omdat hij het simpel weg niet kan zien. Bijvoorbeeld: zet je koffie voor de persoon neer, zeg dan ‘’de koffie staat voor je op tafel’’ in plaats van ‘’ik heb de koffie hier neer gezet’’.
Beschrijf de ruimte
Als laatste is het belangrijk om te vertellen wat er in een ruimte gebeurd. Vertel bijvoorbeeld of er veel mensen aanwezig zijn en/of dat er mogelijke obstakels in de weg staan. Zo kan de persoon aan jou vertellen hoe ze door de ruimte begeleidt willen worden.
Dit artikel is geschreven in samenwerking met de Koninklijke Visio.