De ooglens zit in het midden van het oog, direct achter de pupil en de iris. De vorm van de lens is een heel klein beetje bol. Achter de lens zit het glasvocht en het netvlies.
Functie van de ooglens
Het licht dat het oog inkomt via de pupil schijnt door de ooglens het oog in. Het is dus belangrijk dat de ooglens helder is. De lichtstralen worden via de lens afgebogen zodat ze allemaal op hetzelfde punt op het netvlies vallen. De ooglens zorgt ervoor dat we scherp zien. Niet alleen veraf, maar ook dichtbij. Om dit te doen wordt de ooglens vanzelf een beetje meer of minder bol. Dit heet accommoderen.
Hoe kan ik problemen aan mijn ooglens krijgen?
Als de lens bij het accommoderen te plat blijft, komt het licht niet goed samen op het netvlies. Dit heet een accommodatiestoornis. De ooglens wordt ook vanzelf minder soepel als u ouder wordt. Hierdoor wordt het boller worden steeds moeilijker. Dat zorgt voor problemen bij het scherp zien dichtbij, bijvoorbeeld bij het lezen. Een leesbril kan daarbij helpen. Ook kan de lens troebel worden bij het ouder worden. Er komt dan minder licht in het oog waardoor u wazig gaat zien. Dit heet cataract of staar. Cataract is een vaak voorkomende oogziekte. In Het Oogziekenhuis Rotterdam werken hiervoor ooglensexperts en gespecialiseerde oogartsen.