Vuiltje in het oog
Bij een oppervlakkige verwonding kan een vuiltje (corpus alienum of vreemd voorwerp) nog aan de buitenzijde op het oog zitten. Bekende plekken hiervoor zijn: de binnenzijde van het onderooglid, onder het bovenooglid of op het hoornvlies (de cornea).
- Een vuiltje aan de binnenkant van het onderooglid traant er meestal vanzelf uit of kan met een nat wattenstokje worden weggeveegd.
- Vuiltjes onder het bovenooglid zijn moeilijker weg te halen. Deze geven veel meer pijn doordat ze bij iedere knipperbeweging over het hoornvlies krassen. Het oog gaat tranen, waardoor een vuiltje meestal wegspoelt. Soms helpt knipperen, aan het ooglid trekken of spoelen met water. Lukt dit niet, dan zal de huisarts, oogarts of iemand op de afdeling Acute Oogzorg het vuiltje moeten weghalen. Het kan gaan om huidschilfertjes of zandkorreltjes. Na het verwijderen hiervan kan het oog door de krasjes enkele dagen gevoelig blijven, maar het oog geneest zonder dat een litteken ontstaat.
- Een vuiltje dat vastzit op het hoornvlies dient door huisarts, spoedarts of oogarts te worden verwijderd. Meestal gaat het om kleine metaaldeeltjes. Ze worden met een spateItje uit het oog gehaald. Blijft er een roestringetje achter, dan wordt dit ook verwijders. Ook deze wondjes genezen snel. Wel laten ze nogal eens een littekentje achter. Vaak is een vuiltje op het hoornvlies minder pijnlijk dan een vuiltje onder het bovenooglid. Het gevoel is hetzelfde. Bij beiden lijkt het alsof er een vuiltje onder het bovenooglid zit.
Niet-perforerende (gesloten) verwondingen
Een scherpe niet-perforerende verwonding van het oog (een verwonding die het oog niet doorboort) kan worden vergeleken met een kleine schaafwond van de huid. De wond geneest meestal snel en zonder litteken. Zo'n oppervlakkige wond van het hoornvlies wordt een cornea-erosie genoemd. Met het blote oog kunnen erosies niet gemakkelijk worden gezien. Het is dan ook nodig om gebruik te maken van een kleurstof om de erosies te kunnen zien. Erosies ontstaan al snel wanneer het oog met een vreemd voorwerp in aanraking komt. Voorbeelden zijn een puntje van een papier, een kindernagel, een tak of een blad van een plant ofwel een vuiltje dat in het oog waait. Ook een niet goed passende contactlens of een lens met een beschadigde rand kan een erosie veroorzaken.
Een erosie is pijnlijk, vooral bij knipperen. De patiënt houdt daarom het tranende oog het liefst dicht om pijn te vermijden. Gelukkig is de ergste pijn meestal na één dag voorbij. De behandeling bestaat uit een zalfverband gedurende één of enkele dagen. Dit geeft verlichting van de pijn en gaat een infectie van de wond tegen. Bij uitzondering verloopt de genezing met een zalfverband te traag. Dan kan voor enkele weken een bandage-lens worden gedragen.
Verschillende erosies:
A. lapvormig, na vinger in het oog;
B. krasjes bovenin, bij vuiltje onder het bovenooglid;
C. kras over het hoornvlies na plantenblad tegen het oog;
D. krasjes onderop bij krassende wimperharen;
E. centraal aangekleurde cirkel bij contactlensproblemen;
F. oppervlakkige punctata bij lasogen of een keratitis
Scherpe verwondingen
Scherpe voorwerpen kunnen zorgen voor een oppervlakkige, een diepe en een doordringende verwonding.
- Een oppervlakkige verwonding gaat niet door de wand van de oogbol heen. Dit wordt een laceratie genoemd.
- Een diepe verwonding gaat door de hele wand van de oogbol en wordt een penetrerend letsel of open verwonding genoemd. De meeste scherpe verwondingen beschadigen het hoornvlies (cornea), omdat het aan de voorkant van het oog ligt en de grootste kans heeft om te worden geraakt.
- Als een metaaldeeltje of een ander voorwerp de voorkant van het oog binnenkomt en aan de achterkant het oog verlaat, wordt dat een perforerende verwonding genoemd.
Het hoornvlies bestaat uit vijf lagen. Het epitheel is het huidlaagje van het hoornvlies. Het wordt gemakkelijk beschadigd. Daaronder ligt een stevige en elastische laag, de laag van Bowman, waar alleen een scherp voorwerp met kracht of snelheid doorheen kan komen. Ook lastig te doorboren zijn de taaie bindweefsellaag (het stroma) en de Descemet-laag. Deze laatste is ook elastisch. De binnenste laag, het endotheel, geeft geen stevigheid. Deze laag heeft een voedende functie en zorgt voor de helderheid van het hoornvlies. Het hoornvlies gaat over in de witte harde oogrok (sclera). Deze is stevig als de buitenbal van een voetbal. Om hier doorheen te komen is eveneens een scherp voorwerp en kracht of snelheid nodig.
Een penetrerende verwonding van de oogbolwand
Hoe handel je als je vermoed dat er sprake is van een penetrerende verwonding van de oogbolwand?
Wanneer er mogelijk sprake is van een penetrerende verwonding van de oogbolwand, moet het oog van het slachtoffer met rust worden gelaten. Het oog moet voorzichtig worden afgedekt met een hard kapje om iedere druk op het oog te voorkomen en het oog tegen stof en vuil te beschermen. Een zachte lap of een gaasje kan juist schade opleveren, omdat hierbij druk op het oog mogelijk blijft door het verband zelf of door wrijven. Leg dus zeker géén drukverband aan!
Het oog of beide ogen kunnen het beste rustig zonder te knijpen dicht worden gehouden. Als hard kapje kan desnoods een wat groter dekseltje van een potje worden gebruikt dat met pleisters voorzichtig over het oog heen wordt geplakt. Snelheid is belangrijk, maar overhaast niet. Laat daarom iemand een spoedafspraak bij een oogarts en het vervoer erheen regelen.
Vervoer in half zittende houding is het beste. Kan dit niet snel gebeuren, dan heeft gewoon zittend vervoer de voorkeur boven lang wachten. Het slachtoffer moet zich zo rustig mogelijk houden, dus niet spannen, bukken of heftig de neus snuiten. Laat niets meer eten of drinken in verband met een eventuele operatie onder verdoving (narcose).
Een open verwonding van de oogbol
Wanneer moet aan een open verwonding van de oogbol worden gedacht?
- De beste en eerste aanwijzing hiervoor is de aard van het ongeluk. De kans op een penetratie (doorboring) is bijvoorbeeld zeer groot bij een verwonding door een mes, schaar of glas, een scherp potlood of een pen, staaldraad of een scherpe staalsplinter die met kracht en grote snelheid tegen het oog is gekomen. Het laatste komt voor bij het slaan met een hamer op een beitel.
- Een tweede kenmerk is het wegblijven van heftige pijn die bij een oppervlakkige verwonding of bij een vuiltje onder het bovenooglid wordt gevoeld. De reden is dat het oog aan de buitenkant erg gevoelig voor pijn is, terwijl binnenin het oog bijna geen pijn gevoeld wordt.
- Verder loopt bij een open verwonding het oogvocht uit de voorste oogkamer weg, waardoor ook de oogdruk als bij een lekke bal wegvalt. Maar dit geeft geen zekerheid, omdat weglopen van oogvocht moeilijk te onderscheiden is van een heftig tranend oog en omdat voelen of het oog zijn normale spanning heeft helemaal niet mag. Bij een penetrerende verwonding ziet u altijd minder goed, maar bij heftig tranen is het zien ook verminderd.
- Een vrijwel zeker kenmerk is een niet mooie ronde pupil. Soms is de wond zelf duidelijk genoeg, bijvoorbeeld als het hoornvlies helemaal open ligt. Doe echter geen moeite om het oog te bekijken wanneer het slachtoffer de ogen dichthoudt. Het oog mag niet worden opengetrokken om het te kunnen bekijken. Hiermee kan bij een perforatie/penetrerende verwonding veel schade ontstaan!
Stukje staal in het oog
Als een stukje staal het oog is binnengekomen, kunnen veel van de hiervoor genoemde klachten ontbreken. De oorzaak, hamer en beitel, slaan met metaal op metaal en het ontbreken van pijn zijn de enige houvast. Vaak is alleen een tik tegen het oog gevoeld en wordt niets aan de buitenkant van het oog gevonden. Een oogarts zal altijd de patiënt moeten bekijken.
Onderzoek en voorbereiding op de operatie
Het onderzoek bij de oogarts gebeurt heel voorzichtig. De oogarts zal iedere druk op het oog voorkomen als er mogelijk een perforatie is. De oogarts zal dan pas na een algehele verdoving (narcose) verder gaan met het onderzoek om direct erna te kunnen opereren. Daarom is het belangrijk dat het slachtoffer na het ongeluk niets meer eet of drinkt. Wanneer het om een metaalsplinter gaat en de oogarts aan de buitenkant van het oog geen afwijking ziet, zal vaak een röntgenfoto of CT-scan worden gemaakt om na te gaan of een metaaldeeltje (corpus alienum) binnenin het oog of de oogkas zit.
Om schade aan het netvlies te voorkomen moet het metaaldeeltje eruit worden gehaald. Omdat de binnenkant van het oog zeer gevoelig is voor infecties, zal bij een open verwonding voorafgaand aan de operatie een bacteriekweek worden ingezet van het slijm aan de buitenkant van het oog, om na de operatie het goede medicijn (antibioticum) te kunnen geven. De oogarts zal ook vragen wanneer de laatste tetanus-injectie is geweest en bij twijfel hierover de injectie laten herhalen.